Gangen in Amsterdam

Gangen in Amsterdam waren eens doorsteken naar nauwe, armzalige woningen achter andere huizen, binnen het bouwblok. Vandaag zijn het sterk bewaakte onooglijke toegangen of evenzeer gesloten entrées tot paradijselijke achtererfen. In de 19e eeuw waren een aantal van de hieronder genoemde gangen de meest ellendige en bekrompen huisvesting voor een groot aantal armen, zo parafraseer ik de arts I. Teixeira de Mattos , die uitvoerig verslag deed van de gezondheidstoestand in die dagen.

Op de Groenburgwal 4-14  in het hart van de stad, is de Jan Krimpengang overgebleven. Vroeger een plek voor nijvere ambachtslieden en werklui, er woonden in 1853 minstens tien huishoudens en 54 mensen in vier panden, nu lijkt het een paradijs. Mooier dan het ooit was.  Het moet behoorlijk veranderd zijn, want nu zijn er zes adressen, mogelijk in het pand links. Dit paradijs is goed afgesloten net als zo vele andere voormalige gangen en stegen, maar die zien er minder aantrekkelijk uit.

Jan Krimpengang

Jan Krimpengang, Groenburgwal

 

De voormalige Klokkengang aan de Kloveniersburgwal 42 is weinig uitnodigend. De gang is niet breder dan 1.5 meter. Hij wordt duidelijk afgesloten en ziet er niet aanlokkelijk uit. Er wonen mensen daarachter. Er staan wel tien naambordjes. In 1853 woonden hier waarschijnlijk tien huishoudens in drie panden, zo’n 38 mensen. De gezinshoofden waren ambachtslieden: schoenmaker, smid, plaatzager. En, ooit woonde er een klokkenmaker of klokkenspeler.

Klokkengang, Kloveniersburgwal

Klokkengang, Kloveniersburgwal

 

De Zandstraat had een aantal gangen maar de meeste zijn niet meer terug te vinden. De Trompettersgang tussen nummers 18 en 24 is nu afgesloten met een schot en niet meer in gebruik. Ze is genoemd naar de trompetter van de Zuiderkerk, die daar waarschijnlijk eens woonde.

Zandstraat Trompettersgang

Trompettersgang, Zandstraat

 

Het poortje van de Brakke Grond bij de Oudezijds Voorburgwal 298 markeert de vroegere Engelschepoortsteeg of Engelsche gang. Die werd zo genoemd vanwege de Engelse huisbaas, John Jorden, van de steeg in de 17e eeuw . Het poortje lijkt me in recentere tijden hier geplaatst,  het is iets te sjiek voor een gang. Volgens theopas.nl plaatste de eigenaar van de gebouwen, Van Es, in 1882 deze poort.  Hier waren wel zes adressen te vinden in 1853. Er woonden schoonmaaksters, kuipers, draaiers en blekers. En Margaretha  de Hond, 77 jaar, die als beroep ‘zittende onder de brug’ had opgegeven. De plaatsing van de poort heeft misschien het aantal adressen in de gang tot drie gereduceerd. In 1896 kwam de Engelschepoortsteeg niet meer als officiële straatnaam voor, maar de steeg bestond rond 1900 nog wel.

Engelschepoortsteeg

Engelschepoortsteeg, Oudezijds Voorburgwal

 

In de Salamandersteeg aan de Sint Antoniebreestraat tussen nrs. 66 en 70 waren vijf panden. De steeg liep in de 19e eeuw dood, het was eigenlijk een gang. Er woonden voornamelijk Joden in de 19e eeuw, maar ook wat Katholieken en Hervormden. Het waren venters, een smid, schoenlappers en schoonmaaksters. In de jaren 1850/60 woonden hier gemiddeld 108 mensen volgens de gegevens van dokter Teixeira de Mattos. Dat ze niet achter elkaar stierven is dan ook verbazingwekkend, maar dat is een ander verhaal. Ook nu is er nog een toegang, al wonen er daar achter vast minder mensen.

Salamandersteeg

Salamandersteeg, Sint Anthoniesbreestraat

 

Salamandersteeg, Sint Anthoniesbreestraat

Salamandersteeg, Sint Anthoniesbreestraat

 

Salamandersteeg in 1853

Salamandersteeg in 1853

Leave a comment